health (n.)
Old English hælþ "wholeness, a being whole, sound or well," from Proto-Germanic *hailitho, from PIE *kailo- "whole, uninjured, of good omen" (source also of Old English hal "hale, whole;" Old Norse heill"healthy;" Old English halig, Old Norse helge "holy, sacred;" Old English hælan "to heal"). With Proto-Germanic abstract noun suffix *-itho (see -th (2)).
Healing zoals ik het bedoel is niet de ander genezen maar wel de informatie en energie die de ander zou kunnen helen naar de ander toe doen komen. Net zoals dat ziekte besmettelijk / overdraagbaar is is ook 'genezing', het bevorderen van het genezingsproces beïnvloedbaar. Ik geloof dat wij allemaal deze kracht van nature in ons hebben en ons in kunnen bekwamen ... de een nog beter dan de ander. Ik beoefen dit alleen wanneer de persoon zelf hiervoor toestemming geeft.